Met flexibele leerwegen geniet ieder kind van onderwijs op maat. Door de unieke schoolorganisatie kunnen kinderen hun eigen leren in handen nemen. Meer vrijheid vereist meer zelfdiscipline. Een goede samenwerking tussen ouder, leerling en leerkracht is hierbij essentieel.
De tiende Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling (SDG 10) wil niet alleen de ongelijkheid tussen staten verminderen, maar ook de ongelijkheid in de staten zelf. Ondanks dat in de meeste opkomende landen de armoede in de voorbije decennia is gedaald, leven grote delen van de bevolking, zoals de boeren in China en Brazilië, nog steeds in armoede, terwijl een kleine groep een groot deel van de rijkdom bezit.
Ook rijke landen krijgen te maken met die ongelijkheid. Meer nog, in de voorbije 30 jaar nam het inkomen van de rijkste 10% 7 tot 10 keer meer toe dan dat van de armste 10% in de OESO-lidstaten. In de VS moet 17% van de bevolking rondkomen met minder dan 50% van het gemiddelde inkomen. In Frankrijk is dat 8%.
SDG 10 streeft er ook naar om tegen 2030 de sociale, economische en politieke integratie van iedereen te bevorderen, ongeacht hun leeftijd, geslacht, beperkingen, etniciteit, huidskleur, afkomst, geloofsovertuiging of economische status, en hun gelijke kansen te verzekeren.
Ieder kind is uniek en verdient hierdoor een unieke aanpak. Hiervoor hebben we onze basisschool slimmer georganiseerd waarbij leerlingen in teams begeleid worden zodat er flexibiliteit ontstaat in wat, hoe, wanneer en met wie er geleerd wordt binnen het gemeenschappelijk curriculum en met het oog op maximale ontplooiingskansen voor alle leerlingen. Het opbouwen van een duurzame ouder-leerling-leerkracht relatie staat hierbij dan ook centraal.